Sulfur en schildpadden - Reisverslag uit Munduk, Indonesië van sawasenschapen - WaarBenJij.nu Sulfur en schildpadden - Reisverslag uit Munduk, Indonesië van sawasenschapen - WaarBenJij.nu

Sulfur en schildpadden

Door: Jantine

Blijf op de hoogte en volg

18 Maart 2015 | Indonesië, Munduk

Salam! Op onze tweede dag in Malang hebben we de stad verkend. Malang is gebouwd door de Nederlandse kolonisten in de 19e eeuw, en is een stuk mooier dan de vorige steden die we hebben gezien: overal grote planten- en bloembakken op straat, veel bomen, en koloniale architectuur. We hebben er ook de vogelmarkt bezocht, maar daar schrokken we nogal van. Duizenden vogels, grote en kleine, tropische en gewone, en andere dieren zoals cavia's, uilen, egels, konijnen, honden en katten in allerlei verschillende kooien; sommige met 30 in één kooitje, en geen water of voedsel. Zielig! Na de vogelmarkt bezochten we een klein museum over de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië, maar de toelichting was in het Bahasa Indonesia dus niet alles was even duidelijk. Ik ben daar nog aan de praat geraakt met een Indonesisch meisje dat graag haar Engels wilde oefenen, en die heeft nog het een en ander uitgelegd. Ik vroeg haar wat ze er van vond dat onze musea vol liggen met de mooiste artefacten uit Indonesië, en ze zei dat ze wilde dat Nederland dat teruggaf aan Indonesië. Wij hebben hun sierlansen en porselein, maar in Malang hebben ze monumenten van vrijheidsstrijders. Stof tot nadenken.

De volgende dag gingen we verder naar het stadje Probolinggo en maakten we een dagtrip naar Gunung Bromo, een van de beroemdste vulkanen van Indonesië. Het was een paar uur rijden, zoals de meeste bezienswaardigheden op Java. We hebben in de auto veel van het midden en oosten van Java doorkruist, en zo hebben we wel een goed beeld gekregen van het eiland. De moskeeën zijn vaak enorm groot; in de steden zijn ze meer gebouwd volgens een Arabische stijl, maar in de dorpjes lijken ze meer op tempels, met driedelige daken die in een punt eindigen. De geur van kretek sigaretten stijgt op van de mannen, in hun sarongs en kufi´s, zittend langs de weg of langsscheurend op brommers. De weg loopt dwars door de dorpen heen, en de glimp die je van veel mensen opvangt is zittend bij hun warung, huis of winkeltje, vaak rokend, en content in het observeren van het verkeer. De weg is omzoomd door planten met knalroze bladeren; daarachter de rijstvelden en plantages met cacao en suikerriet, en in de verte rijzen de beboste bergen op tegen de bewolkte lucht. Af en toe reden we langs een kerkhof, waar de grafstenen turquoise, geel, roze en groen zijn, en felgekleurde planten er tussen groeien. Echt een mooi gezicht. Rijst en mais ligt te drogen langs de weg, en in de rijstvelden worden grote vuren gestookt om - nemen we aan - afval te verbranden. Hoe verder we de bergen in gingen, hoe mistiger het werd; een golvend landschap van ontelbare tinten groen.

Aangekomen bij Bromo, in het dorpje Cemoro Lawang, genoten we van de koelte die de hoogte met zich meebracht. Veel mensen kiezen ervoor om Bromo bij zonsopgang te zien, vanaf een andere vulkaan, maar wij kozen ervoor om zelf naar Bromo toe te lopen. Vanwege het regenseizoen zijn de zonsopgangen niet denderend, maar mistig, en we zouden Bromo niet eens gezien hebben. Het was ongeveer een uurtje lopen naar de krater toe, door de 'sea of sand', en daarna nog een steile trap omhoog. Naast Bromo lag Batok, een andere vulkaan. Het was een beetje regenachtig en bewolkt, wat de kale vlakte een beetje onheilspellend maakte. Eenmaal omhoog geklommen keken we recht in de krater, die enorme wolken uitbraakte. Bromo is ook een heilige plek voor de Hindoes, en er was beneden ook een tempel gebouwd. Na een tijdje eromheen te hebben gelopen en ons erover verwonderd te hebben dat er bijna niemand was (het is wél een van de meest toeristische plekken van Indonesië), gingen we weer terug naar Probolinggo. 's Avonds aten we bij een warung en schoven we aan bij een familie; de moeder was zo van ons gecharmeerd dat ze ons meevroeg naar haar huis voor koffie. Daar aangekomen gaf ze ons koffie en veel eten, waaronder pisang goreng, en haalde ze haar familie, die van haar zus, en de buren erbij. Het gevolg was veel aandacht, veel gelach - ook van onze kant, omdat we met handen en voeten moesten communiceren - en daarna een hele fotoshoot met steeds een ander familielid, met steeds een andere telefooncamera. Wel erg leuk om daar thuis uitgenodigd te worden! De vrouw zei dat we haar 'very happy' hadden gemaakt.

De volgende dag gingen we op weg naar Kawah Ijen, een andere vulkanische plek niet ver van Bromo. Anneke had helaas voedselvergiftiging opgelopen, waarschijnlijk van de snacks die we bij de Indonesische mensen thuis hadden gekregen, en de busrit verliep niet heel soepel. We werden naar een hotel in de bergen gebracht, waar we koffie en thee van de eigen plantage konden drinken, en tot rust konden komen tussen de bergen, met het vallen van de avond en de adhan op de achtergrond. We moesten op 1 uur 's nachts weer uit bed, en werden toen naar het Ijen plateau gebracht. Ijen is een krater, met een heel groot meer ernaast, waar sulfur wordt gewonnen. Het bijzondere is dat er in het donker blauw vuur te zien is, dat brandt en walmt als een inferno, maar zich niet verspreidt. Alleen in IJsland is dit verschijnsel ook te zien! We moesten zo'n 3 km bergopwaarts en daarna langs een stijl, rotsachtig pad naar beneden, in het donker, onze gezichten beschermend tegen de sulfur lucht. Door het regenseizoen was er veel rookontwikkeling om de vlammen heen, maar het was echt heel indrukwekkend! Vanaf een afstandje hebben we ernaar gekeken, terwijl het langzaam licht werd. De sulfurwinners werkten gewoon door, en hakten stukken sulfur los die ze later in manden op hun schouders naar boven brachten. Ik ben even verder naar beneden gelopen om de vlammen beter te zien, maar ik kwam in een rookwolk terecht waardoor ik geen zuurstof meer kon inademen. Ik was lichtelijk in paniek en kon niet meer zien waar ik vandaan kwam, maar gelukkig trok de rook weer op en kon ik weer naar boven. We hebben gewacht tot het licht werd en we de vlammen niet meer konden zien, maar de gele rotsen des te beter. De wandeling terug was ook erg mooi, langs door mist gedrapeerde dalen. We werden verder gebracht naar Banyuwangi, op het oostelijke puntje van Java. Het transport verloopt niet zozeer moeizaam, maar het is frustrerend dat je het niet makkelijk zelf kunt uitzoeken. Elke chauffeur draagt je over aan een kennis, die wel een privé auto kan regelen, of vaak veel geld voor zijn taxirit vraagt; het is moeilijk om te vragen of er een bus gaat en waar, omdat ze er vaak niet eerlijk over zijn zodat ze je zelf ergens heen kunnen brengen. Soms is er wel iemand die zo behulpzaam is om een vervoersmiddel aan te houden en namens ons met de chauffeur te communiceren, maar het blijft toch wel vervelend. Zo werden we ook hier afgezet bij een reisagent, die ons wel verder wilden helpen. We regelden hier vervoer naar Meru Betiri National Park, een moeilijk bereikbare plek waarvoor we wel met een 4x4 moesten. De reisagent vertelde ons dat het 2 uur rijden was; fijn! dachten wij, die wel genoeg hadden van dagelijks uren in de auto zitten. Maar de 4x4 arriveerde vrij laat, en de rit van 2 uur werd er een van 4,5 uur. Het laatste stuk was door het national park over een enorm slechte weg; we moesten zelfs een overstroomde rivier oversteken. Maar de natuur was echt prachtig, en we hebben een aantal gibbons door de bomen zien springen! Bijzonder is ook dat er gewoon mensen in het nationale park wonen, die daar hun vee houden. De grote attractie van Meru Betiri NP is een strand waar zeeschildpadden komen om eieren te leggen. 's Avonds gingen we op excursie naar dat strand. Het duurde een hele tijd voordat er een schildpad ver genoeg aan land was, en omdat we al 20 uur wakker waren dommelden we in op het donkere strand. De bliksem flitste constant, maar echt onweren deed het niet. Uiteindelijk werden we geroepen - wij, een paar andere toeristen, en een hele Indonesische schoolklas - en gingen we om een enorme zeeschildpad heen staan, die eieren aan het leggen was. De rangers haalden de eieren weer naar boven; ze laten deze bij het reservaat uitkomen, zodat er geen wilde dieren bij kunnen. Ze gaven informatie over de schildpad, die ze alleen verlichtten door een zaklamp. We zagen hoe moeizaam de schildpad terugging naar zee, zand opwerpend met haar flippers; maar nu vielen we écht om van de slaap, en gingen we vlug naar bed. De volgende ochtend werden we al om 6 uur wakker gemaakt, want we mochten helpen een heleboel baby schildpadjes terug de zee in de zetten! Het was al klaarlichte dag toen we met een plastic emmer vol met wriemelende schildpadjes naar het strand liepen. Daar aangekomen lieten we ze los, en ze schoten er vandoor - het leek wel een race. Een hele mooie manier om de dag te beginnen!

Toen was het tijd voor de 5 uur lange rit terug, door het prachtige nationale park, waarbij we stopten voor een wandeling bij de supermooie Green Bay, en op weg naar de ferry naar Bali. Eergisteren kwamen we aan in Permuteran, een kustplaatsje in Noord Bali, en de uitvalsbasis voor het duiken bij Pulau Menjangan. Dat hebben we gisteren gedaan. We gingen met een bootje naar het eiland toe, en hebben eerst bij een helling en daarna bij een muur van koraal gedoken. Prachtig was het! Helaas dreef er wel veel plastic in het water :-(. Bali is gelijk heel anders dan Java, voornamelijk vanwege de hindoeistische invloeden in het landschap en bij de huizen. Vandaag zijn we met een gids door Bali Barat National Park gelopen. We zijn in 3 uur door een mangrovebos en de jungle geklommen, hebben gibbons en makaken en heremietkreeftjes gezien, en zijn bij een tempel en een kerkhof geweest. Erg leuk en informatief! Helaas lag er ook hier nogal wat afval in de natuur. 's Avonds werden we door onze gids uitgenodigd om bij zijn familie nasi goreng te nuttigen, wat we graag accepteerden. Zo zoefden we onder de sterren door achterop een brommer, met witte knokkels over de hobbelige paadjes. Het eten was lekker, en ik leerde dat veel mensen rijstkorrels op hun voorhoofd plakken als ze klaar zijn met bidden. Iets typisch voor Balinese hindoes. Na een grote Bintang en een shotje palmwijn (wat ze zelf brouwen voor geen geld, en elke avond drinken) gingen we weer terug.

Gisteren zijn we aangekomen in Munduk, een dorpje hoog in de bergen. De afstanden zijn hier kleiner dus we zitten wat minder lang in de auto om ergens te komen. Op aanraden van de chauffeur stopten we bij een plantage, waar een vrouw ons rondleidde. Ze groeiden er cacao, koffie, peper, kruidnagel, cassave, gember, nootmuskaat, vanille, citroengras en nog veel meer, en ze wist er veel over te vertellen. Ze liet ons steeds aan een blaadje ruiken en dan mochten wij zeggen wat we dachten dat het was (ik dacht elke keer peper, maar ik had het elke keer fout :-)). Leuk om te zien waar onze voorouders nou zo enthousiast over waren (en halve bevolkingen voor uitmoordden en tot slaaf maakten, maar daar hebben we het maar even niet over). Na een lekker kopje kruidenthee reden we verder naar Munduk. De omgeving is hier prachtig, we zitten tussen de mistige groene bergen en de Balinezen vinden het hier maar koud (wij niet!!!). We hebben een geweldig uitzicht vanaf ons balkon. Op onze eerste middag hebben we het dorpje verkend en hier en daar wat gegeten, maar door de stortbui tussen 1 en 4 konden we niet heel veel doen. Voordat we gingen eten zagen we wel een prachtige zonsondergang, eentje die aan ons allebei tegelijk een uitroep van bewondering ontlokte. Zie de foto's! Vandaag was het weer een stuk beter (lees: zonnig en bloedheet) en dus gingen we lekker wandelen, wat je hier in de buurt heel mooi kan doen. Onze tocht leidde ons langs huizen, naar watervallen (over hele glibberige traptreden), door koffie-, cacao- en kruidenplantages, en rijstvelden. De kaart was schematisch en lichtelijk verwarrend, maar het was een prachtige wandeling. Daarna werden we met de auto naar twee vlakbij liggende meren gebracht, waar we nog zo'n 3 kwartier door de jungle hebben gebanjerd. Lekker in de schaduw en langs een paar enorme (ENORME) ficus bomen, heel fijn en ontspannend :-). Nadat we nog bij een tempel waren geweest gingen we met een traditionele Balinese kano over één van de meren terug naar het begin. 's Middags hadden we een cursus over het maken van Balinese hindoeïstische offers, die bestaan uit kunstig gevormde palmbladeren, met bloemen erin. Deze pakketjes zie je overal bij de ingang van huizen, en op andere plekken waar geesten wonen. Als er voor voorouders geofferd wordt, geven ze er vaak eten bij en een sigaret als die persoon er graag eentje opstak. En ze voegen er meestal een stokje wierook aan toe. We maakten zo'n dagelijks offerkransje, en nog een paar voor speciale gelegenheden. Het was een precies werkje en Anneke was er veel beter in dan ik :-) Vandaag werd ook de Melasti ceremonie gevierd, wat inhield dat bijna alle inwoners 's ochtends vroeg voor de ceremonie naar de zee gingen, en 's middags terugkeerden voor tempel ceremonies in het dorp. Het doel van de ceremonie is om je eigen hart en de wereld om je heen (dmv objecten zoals speren en beeldjes) te reinigen in de zee. We zagen veel mooi aangeklede mensen en vrouwen met bladen met eten op hun hoofd. Bijzonder!

Nu hebben we net onze pisang goreng (gefrituurde banaan) en dadar gulung (kokospannekoekjes) op, en gaan we straks vroeg naar bed. Morgen gaan we op weg naar Ubud!

Liefs,
Jantine en Anneke.

  • 18 Maart 2015 - 13:15

    Han:

    Wat een belevenissen weer! En ook de foto's mogen er weer zijn...

    Geniet er nog maar even van, want over 2 weken is de pret afgelopen.

    Groetjes en nog veel plezier!

    Han

  • 18 Maart 2015 - 14:01

    Josine:

    Heel interessant verslag weer, heel leuk geschreven (en zo uitgebreid; petje af, hoor!).

    Veel liefs
    Josine

  • 19 Maart 2015 - 15:59

    Myrthe:

    Wat een bijzondere dingen maken jullie mee! Heerlijk om te lezen vanaf mijn (saaie) kamer in Utrecht. Ik krijg meteen ook zin om zelf te reizen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Actief sinds 14 Jan. 2015
Verslag gelezen: 202
Totaal aantal bezoekers 5552

Voorgaande reizen:

18 Januari 2015 - 02 April 2015

Anneke en Jantine op avontuur

Landen bezocht: